24 september 2014

Talent voor wie je bent

Na twee weken van introductieactiviteiten lijkt het erop dat we ‘echt’ zijn begonnen.
Gewoon les volgens het gewone rooster. Je moet er toch weer een keer aan gaan
wennen. Onze brugklassers beginnen een beetje te ‘landen’. Het aantal dat enigszins
verward rondloopt, op zoek naar dat lokaal voor het eerste lesuur, het juiste kluisje, of
de conciërge, neemt langzaam af. Soms verschijnen er nog een paar voor een eerste uur
dat blijkt te zijn uitgevallen. Even niet meegekregen. Nog even terug naar huis wanneer
je dichtbij school woont en anders maar de laptop openklappen en alvast wat gaan
doen in een rustige Kuil.
Zowel het brugklaskamp als de werkweken naar De Ardennen en Berlijn zijn een succes
geweest. Mooie belevenissen, mooie foto’s, mooie verhalen! Die verhalen kun je
vertellen aan je ouders en vrienden, maar je kunt ze ook opschrijven. Over hoe je een
goed verhaal schrijft kregen we vorige week tips van niemand minder dan Jan Terlouw.
Hij verzorgde de start van de schrijfwedstrijd ‘Talent voor Taal’ met nog enkele juryleden
bij ons op school! De drie klassen die bij deze gebeurtenis aanwezig waren hoorden tot
hun verbazing dat genoemde en beroemde schrijver vroeger eigenlijk een hekel aan
schrijven had…! Hij ‘moest’ met rechts leren schrijven terwijl hij eigenlijk links was en
leek meer geïnteresseerd in rekenen. Verhalen bedenken kon hij wél. Bijvoorbeeld voor
zijn eigen kinderen. Elke avond weer. Zijn vrouw raadde hem aan die verhalen eens op
te gaan schrijven. De rest is geschiedenis. Nou ja, de eerste uitgever keurde een boek
nog af…daar hebben ze later vást spijt van gekregen! “Naar het plafond gaan zitten
staren heeft geen zin, tenzij je een verhaal over het plafond wilt schrijven”, gaf de
schrijver nog als tip mee. En: “De eerste zin is erg belangrijk. De lezer moet daardoor
geprikkeld worden, verder willen lezen.”
Talent is niet iets wat je komt aanwaaien en waar je vervolgens niets voor of mee hoeft
te doen. Vaak is het ook gewoon hard werken, om dat talent tot bloei te laten komen.
Ook bij onze nieuwe leerlingen is weer veel talent aanwezig. Sporttalent, tekentalent,
schrijftalent. Vorige week hoorde ik drumgeluiden uit het muzieklokaal komen. Daar
zat een kersverse brugklasser een geweldig potje te drummen. Er kwamen meer
leerlingen op af. Spontaan applaus. Een dag later keek ik even om de hoek bij een
wiskundeles van een collega. De brugklassers zeiden me vrolijk gedag en een paar
vroegen wanneer ik weer gitaar ging spelen (dat had ik bij ’t brugklaskamp gedaan). Ik
zei dat ik nu wachtte op talent bij de leerlingen en al snel gingen de blikken richting een
leerling waarvan de klas zei dat ze mooi kon zingen. Mijn collega vroeg haar of ze iets
wilde laten horen en na een lichte aarzeling wilde ze dat wel. Even later stond daar een
goednieuwe leerling met een backingtrack op het digibord van achter uit de klas een
prachtig lied te zingen! Het bleef doodstil, een enkeling werkte rustig door, maar
iedereen luisterde met bewondering. Ook hier weer een spontaan applaus en daarna
ging de les gewoon weer verder. Onderwijs op z’n mooist.
Ik las deze week in een onderwijsblad wat trucs die docenten gebruiken om de namen
van nieuwe leerlingen er snel in te krijgen. Het bleek toch een probleem te blijven.
Eentje gaf aan de namen pas te onthouden wanneer een leerling iets van zichzelf liet
zien. Zich onderscheidde.
What’s in a name? Nou, jij zelf, met al jouw kwaliteiten en talenten. Die je maken tot wie
je bent. Uniek. Als geen ander. Je hebt allemaal érgens talent voor. Talent voor wie je bent.
Soms krijg je een kans. Soms moet je er gewoon hard voor werken en je kans grijpen.
Laat je maar zien het komende jaar.
Wij gaan zorgen dat we jóu zien!
Bert Jansen, Docent Veluws College Twello